Inspectie in 1758 van de grens tussen Beek en Gulicks & Oostenrijks territoir


Jos Poels - grenspaalkenner - berichtte mij in augustus 2006: "Ik heb weer eens een eeuwenoud grenspalen-verslag ingetikt. Deze keer eentje uit 1758, waarbij de noordgrens van Beek in zuid-Limburg werd afgepaald. Zuid-Limburg was tot aan de Franse tijd een territoriale lappendeken. Beek behorende tot het Staatse ("Hollandse") gedeelte van het land van Valkenburg en in bestuurlijk opzicht ressorterend onder de Staten-Generaal in 's-Gravenhage. Het grensde aan Gulicks ("Gulxs") en Oostenrijks (daarvoor: Spaans) territoir. In 1758 vond er een grensinspectie plaats door J.A. Bausch. Zijn verslag is te vinden in het Rijksarchief in Limburg te Maastricht, Landen van Overmaas, inv. nr. 4081. het werd nog eens afgedrukt in De Maasgouw, jrg. 88, nr. 2 (1969).


Specificatie der grenspalen der Hooftbanke Beek, territoir van Haar Hoogmoogenden.

1-stens. Aan het hooft van de Beeker heijde-veestraat, op de scheijding van de heijde en dezen weg, een paal gevonden met de gerequireerde affictie. De heijde is Gulxs, en den weg tot aan dezelve is Hollands.
2-dens. Aan het hooft van den voetpat, genaamt het Fondersweegsken, lopende door het heijdevelt, komende uijt dezen dorp Beek, en uijtschietende op gemelte heijde, welke Gulixs is, aan deze heijdekant gevonden een paal met gemelte affictie. Dit heijdevelt is Hollands.
3-dens. Aan het hooft van den Neerbeeker heijde-Veeweg, op de scheijding van de voornoemde heijde en dezen weg, is door mij, J. A. Bausch, heeden een paal geordonneert en gesett, staande met den rugge naar het velt, dat Hollands is.
4-dens. Op de limitt van de meergemelte heijde, aan het hooft van den weg, genaamt den Tomp-Eijkerweg, lopende van het dorp Neerbeek door het Srokkendervelt tot op deze heijde, gevonden een paal met meergemelte affictie, staande met den ruge naar den sonnenondergank, dat Hollands is, alzoo het genoemde Stokkendervelt ter sonnenopgank Spaans territoir is.
5-dens. Aan het hooft van den weg, genaamt den Witten Steen, komende van Sittard en uijtschietende in den voorseijde Tomp-Eijkerweg op de scheijding of hoek van dezen laatsten en eersten weg, is een paal met affictie door mij geordonneert en gesett met den rugge naar 't Hollands, alzoo de overzijde Spaans is.
6-dens. In het voornoemde dorp Neerbeek, op den hoek van den weg genaamt het Daame-Trijne-straatje, bevonden een paal met meergemelte affictie, staande met den rugge naar de huijse onder deze bank Beek gehoorende, alzoo de overige huijsen aldaar Spans teritoir is en behooren onder Gelehn.
7-dens. Aan het soo genaamde Bosservelt ontrent Neerbeek, aan het hooft van den weg den Eijkgraaf, genaamt den Boekesstock, bevonden een paal, staande met den rugge naar 't Hollans, mede onder deze banke, welken weg komt van Gelehn en loopt naar Maastricht.
8-dens. Aan den Kruijtsweg, alwaar den Molenweg met den weg van Hobbelraat door malkander loopt, ontrent Groot-Genhout, bevonden een paal met meergemelte affictie, staande met den rugge naar het Hollands, alzoo de overkant Spaans is. 9-dens. Kort agter het gehugt het Busschelken, op de limitte van het Spaans en Hollands, aan den weg, komende van Groot-Genhout, en loopende naar Grijsegrubbe, staat een paal met affictie, staande met den rugge naar het Hollands, alzoo de overzijde Spaans is.
10-dens. Kort agter het gehugt Weberig onder deze banke, aan den karweg, komende uijt Groot-Genhout, en lopende naar Spaubeek, op den hoek, daar het Spaans en Hollands tsamen loopt, is door mij een paal geordonneert en gesett, met den rugge naar het Hollands.