Virtueel langs de Duitse grens: grenspalen 731-741


Er gaat niets boven de wandelwerkelijkheid van grenspalen bewandelen. Virtueel wandelen is surrogaat. Deze pagina is een appetizer voor het echte werk. Elke maand laat ik een reeks grenspaalfoto's zien. Zo kun je in de loop van de tijd meelopen langs de bijna 900 grenspalen van Vaals tot aan de Dollard. Ik fotografeer alleen de 'hele' nummers, daar tussenin staan nog vele tussenpalen. De eerdere virtuele tochten langs de Duitse grens staan in "Het Archief", evenals alle tochten langs de Belgische grens.
We gaan verder met met de grenspalen 731-741. Onderaan staat het proces-verbaal (in frans) uit 1818 dat het grensverloop beschrijft.



We komen nu door Dinxperlo dat sinds eeuwen nauw verbonden is met het Duitse Suderwick. Na WOII werd Suderwick zelfs van 1949 tot 1963 geannexeerd door Nederland als een van de "grenscorrecties". Op deze grenslijn stonden in 1818 al grensstenen. Het was de reeks 1-186 die in 1765 tussen Gelderland en Münster werd geplaatst van het drielandenpunt Gelderland-Overijssel-Münster tot Dinxperlo. In onderstaande proces-verbaal leest men hoe een paar (houten) grenspalen naast bestaande grensstenen geplaatst werden.

(bron: De groene grens / H. Hendrickx en H. Derckx en De grens bepaald / JW Bieze)




gp731 (3 juli 2004)


gp732 (3 juli 2004)


gp733 (3 juli 2004)


gp734 (3 juli 2004)


gp735 (3 juli 2004), dit is de ook eerste Gelder-Münsterse grenssteen die we tegenkomen van de oorspronkelijke reeks 1-186. Het nummer van deze grenssteen is 177. De nummers 178-186 zijn blijkbaar verdwenen.


gp736 (3 juli 2004)


gp737 (3 juli 2004)


gp738 (3 juli 2004)


gp739 (3 juli 2004)


gp740 (3 juli 2004)


gp741 (3 juli 2004)


Het proces-verbaal van het grensverloop tussen Nederland en Pruissen (1818)


Alors elle est formée par le bord du Aa-strang, qui reste à la Prusse jusqu'à un fossé dit Holtwiker-beek, où est planté un poteau portant le n°. 730. Puis par le bord du Holtwiker-beek, qui reste aux Pays-Bas, jusqu'au pont dit Ristaper brug, où est planté un poteau portant le n°. 731.
Du Ristaper brug qui reste aux Pays-Bas, la ligne séparative suit les bornes de pierre plantées le long du chemin entre Dinxperlo et Suderwyk, jusqu'à un fossé près du Fahrbeekerhaus, où est planté un poteau portant le n° 736; afin de ne laisser aucune doute il a été planté quatre intermédiaires, savoir : Un près la borne en pierre 185, portant le n°. 732.
Un près la borne en pierre 184, portant le n°. 733.
Un près la borne en pierre 178, portant le n°. 734 et
Un près la borne en pierre 177, portant le n°. 735.
Du n°. 736, la démarcation est formée par un fossé jusqu'au point où il change de direction et où il a été planté un poteau portant le n°. 737.
Delà par un fossé entre le Osterhofs Binnenveld et le Boesfelds-heide jusqu'à un chemin dit Muhlenweg, où est planté un poteau portant le n°. 738.
Le dit fossé continue à faire limite jusqu'au coin d'un bois dit Klawische, où est planté un poteau portant le n°. 739; duquel la démarcation est formée par un fossé qui se dirige vers le nord sur une longueur de huit verges, 9 pieds, et qui alors se tourne droite jusqu'au champ dit Bennings-Bosfelds-Kamp, entoure ce champ et fait continuation jusqu'à un chemin de Averbeek à Benning, où est planté un poteau portant le n°. 740.
De ce chemin la démarcation continue à être formée par un fossé sinueux jusque près du chemin de Eserloh à Bocholtz, où est planté un poteau qui porte le n°. 742; après avoir planté au principal coin de ce fossé celui intermédiaire n°. 741.