Virtueel langs de Duitse grens: grenspalen 513-523


Er gaat niets boven de wandelwerkelijkheid van grenspalen bewandelen. Virtueel wandelen is surrogaat. Deze pagina is een appetizer voor het echte werk. Elke maand laat ik een reeks grenspaalfoto's zien. Zo kun je in de loop van de tijd meelopen langs de bijna 900 grenspalen van Vaals tot aan de Dollard. Ik fotografeer alleen de 'hele' nummers, daar tussenin staan nog vele tussenpalen. De eerdere virtuele tochten langs de Duitse grens staan in "Het Archief", evenals alle tochten langs de Belgische grens.
We gaan verder met met de grenspalen 513-523. Onderaan staat het proces-verbaal (in frans) uit 1818 dat het grensverloop beschrijft.


In dit gebied was het vroeger erg nat. Het was onbewoond. In het begin van de 20e eeuw werd de ontginning grootschalig ter hand genomen door grootgrondbezitters. Een voorbeeld is het Wellsche meer dat door Philomena van Ophoven werd ontgonnen. Zij bouwde ook de boerderij Elisenhof bij gp516. Vanwege haar grensoverschrijdende akkers kreeg deze de status van tractaatboerderij. Men kon aan- en verkoop van grondstoffen en produkten naar believen in Duitsland of Nederland verrichten. Voorbij gp520 loopt de grens langs de Veener Ley die parallel loopt aan de Spanische Ley, deze afwateringssloten zouden door de Spanjaarden aangelegd zijn. De bewoners van St. Petrusheim, een Duitse kolonie voor geesteszieken zouden ook veel veengrond in de omgeving ontgonnen hebben.



gp513 (6 april 2000)


gp514, beide palen (6 april 2000)


gp515, beide palen (6 april 2000)


gp516 (6 april 2000)


gp516, beide palen (6 april 2000)


gp517, beide palen (6 februari 2000)


gp518, beide palen (6 februari 2000)


gp519 (6 februari 2000) (info van Wilbert Janssen: de Nederlandse pendant ligt nu in brokken naast het weiland)


gp520 (6 februari 2000)


gp521 (6 februari 2000) (info van Wilbert Janssen: is een van twee palen)


gp522 (6 februari 2000) (info van Wilbert Janssen: de Duitse pendant is aanwezig maar ligt nu vlak)


gp523, beide palen of met gp523a aan de overzijde? (6 februari 2000)


Het proces-verbaal van het grensverloop tussen Nederland en Pruissen (1818)


A partir du n°. 511 la démarcation est formée par une digue dite Scheijgraaf, qui reste aux Pays-Bas, jusqu'à sa jonction au fossé dit Leijgraaf, près de la ferme Meersenhof, où a été planté un poteau sur chacun des bords, portant le n°. 514, suivant sur les n°. 512 et 513 que portent les deux intermédiaires plantés entre cette distance.
Le dit Leygraaf fait ensuite limite jusqu'à la bruyère marécageuse dite Gochs-veen, où est planté un poteau sur chaque bord, portant le n°. 521.
Il a été planté encore six intermédiaires sur chaque bord du dit Leygraaf, savoir : sur les points qui paraissaient laisser quelque doute, et aux principaux passages dite Veenbrug et Ayensche-brug ; les intermédiaires portent les n°. 515, 516, 517, 518, 519 et 520.
Du point n°. 521, la démarcation est formée par la continuation du Leygraaf, le long du Gochs-veen qui reste à la Prusse, jusqu'au bois dit Eckelsbusch, où a eté planté un poteau sur chaque bord du Leygraaf, portant le n°. 523, un intermédiaire portant le n°. 522, à été planté sur chaque bord.

vBulletin stats