Virtueel langs de Duitse grens: grenspalen 341-352


Er gaat niets boven de wandelwerkelijkheid van grenspalen bewandelen. Virtueel wandelen is surrogaat. Deze pagina is een appetizer voor het echte werk. Elke maand laat ik een reeks grenspaalfoto's zien. Zo kun je in de loop van de tijd meelopen langs de bijna 900 grenspalen van Vaals tot aan de Dollard. Ik fotografeer alleen de 'hele' nummers, daar tussenin staan nog vele tussenpalen. De eerdere virtuele tochten langs de Duitse grens staan in "Het Archief", evenals alle tochten langs de Belgische grens.
We gaan verder met met de grenspalen 341-352. Onderaan staat het proces-verbaal (in frans) uit 1818 dat het grensverloop beschrijft.



We hebben de Duitse inham Selfkant verlaten. In dit gebied liggen voor landbouw minder geschikte zandgronden. Vanaf 1800 werd dit aan de Duitse kant ontgonnen. Aan de Nederlandse kant lag in die tijd veel broekbos, veen en moeras. In de tweede helft van de 19e eeuw verbood Bismarck de Duitse katholieken om hun godsdienst te praktiseren en waren de katholieken in dit gebied genoodzaakt naar kerken in Nederland te gaan. In Spaanshuisken - ten zuiden van Koningsbosch - werd een vluchtkerkje gebouwd dat er nog steeds staat. De naam Spaanshuisken herinnert aan de Spaanse koning die als hertog van Gelre meer dan een eeuw eigenaar van Koningsbosch was.


gp341 (19-01-2001)


gp342, de top was afgebroken en lag ernaast. (19-01-2001)


gp342 met de top erop gezet (19-01-2001)


gp343 (19-01-2001)


gp344 (19-01-2001)


gp345 (19-01-2001)


gp346 (19-01-2001)


gp347 (19-01-2001)


gp348 (19-01-2001)


gp349 (19-01-2001)


gp350 (19-01-2001)


gp351 (19-01-2001)


gp352 (19-01-2001)


Het proces-verbaal van het grensverloop tussen Nederland en Pruissen (1818)


Du no. 340, la démarcation est formée par le chemin de Waldfeucht à Ruremonde qui reste en commun, jusqu'au point ou le chemin se tourne á gauche et ou commence un fossé ou Landgrabe, il y a été planté une poteau portant le n°. 341.
Ensuite la démarcation est formée par le dit Landgrabe, jusqu'au chemin dit Am Leimkuhl, ou il a été planté une poteau portant le no. 345 ; trois intermédiaires ont été plantés aux principaux chemins qui traversent le Landgrabe et portent les no. 342, 343 et 344.
Du n°. 345, la ligne séparative se dirige vers une chemin au bord duquel il a été planté une poteau portant le n°. 346.
Puis par le bord du chemin qui reste aux Pays-Bas, jusqu'en face d'un fossé ou Landgrabe, ou il a été planté une poteau portant le n°. 347.
La démarcation est formée alors par le Landgrabe qui reste à la Prusse, jusqu'à une chemin ou il a été planté une poteau sur chaque bord, portant le n°. 349.
Il a été planté encore une intermédiaire au bord d'un chemin qui traverse le Landgrabe, portant le no. 348.
Du point n°. 349, le prédit chemin fait limite, jusqu'à sa jonction à une chemin de traverse près de St. Johannes-Kluis, ou il a été planté une poteau portant le n°. 350; delà elle est formée par une fossé ou Landgrabe qui reste á la Prusse, jusqu'au chemin prés des maisons de Alt-Vorst, ou il a été planté une poteau portant le n°. 351.
De ce point la démarcation est formée par un fossé le long du jardin de la maison joignante, jusqu'à une borne de pierre, où il a été planté un poteau portant le n°. 352.

vBulletin stats